Bij overledenen waarbij een ophoping ontstaan is van gas of vocht in de buik- of borstholte kunnen zich problemen voordoen. Vaak komt er vloeistof uit mond en/of neus of is de buik dusdanig opgezet dat de overledene niet meer in een normaal formaat kist past.
In deze gevallen biedt een lichaamsdrainage vaak een uitkomst. Via een kleine incisie net onder het borstbeen wordt een trocar (een grote holle naald) ingebracht welke aangesloten is op een afzuigsysteem. Vocht en gas worden zoveel mogelijk verwijderd.
Aansluitend wordt er holtevloeistof ingebracht welke nieuwe gasvorming afremt.
Let op: vocht dat zich in weefsels bevindt (oedeem) kan hiermee niet worden verwijderd.